Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Het belacht de [56]vreze, en wordt niet ontsteld, en keert niet [57]wederom vanwege het zwaard. 56. Dat is, de dingen, die den mensen vrees plegen aan te jagen, als allerlei wapenen en krijgsgereedschap. Vrees voor dat te vrezen is; alzo Spreuk.1:26, en Spreuk.10:24; Jes.66:4. 57. Hebreeuws, van het aangezicht des zwaards.